De visie van J.P. Kotter (1) op
veranderingen in organisaties is zeer populair. Zijn aanpak in acht fasen wordt
alom gezien als een goed recept om veranderingen in organisaties met succes
door te voeren. Toch stellen we vast dat zeer veel veranderingen op weerstand
stuiten. Blijkbaar is het model dan toch niet zo sterk, en leidt het toch nog
tot vertraging, energieverlies, en verstoorde samenwerking binnen organisaties.
Op basis van mijn ervaring durf ik enkele belangrijke verbeteringen en
aanvullingen formuleren die de kans op succes aanzienlijk vergroten.
1-
Stap 1: het
urgentiegevoel creëren: Een goed idee, ware het niet dat het nog steeds eerder
negatieve energie opwekt. De ergste vorm van negatieve energie gebruiken om
verandering op te starten, is de ‘burning platform’ idee. Het urgentiegevoel
van Kotter is iets beter, maar nog steeds negatief. De beste aanpak is
duidelijk om de verandering te starten bij een gedeelde ambitie om iet sop te
bouwen.
2-
Stap 3, 4 en 5:
in feite komt deze benadering er nog steeds op neer dat men oplossingen maakt
in de hoofden van de leiding, om ze dan te gaan ‘verkopen’. Deze scheiding van
‘denken’ en ‘doen’ is een erfenis uit het Taylorisme, en brengt veel
demotivatie teweeg. Het is een uitgesproken toepassing van de Transactionele
Analyse (2) (elders toegelicht). De betere aanpak bestaat erin om samen met de
betrokkenen bij de verandering de oplossing uit te werken. Een trechtertechniek
en sociocratische besluitvorming brengen hier de oplossing en scheppen een
kader van echte participatie zonder te verzanden in onrealistische besluiten.
3-
Het verdient
aanbeveling om bij de start van het proces de spelregels te communiceren die
het veranderproces zullen kaderen. Dit zal de onzekerheid, die toch altijd
optreedt bij verandering, voor een groot deel opvangen. “Wat als…” is een veel
voorkomende bron van twijfel.
4-
Om er een
leerproces van de maken zou het essentieel zijn om zeker na elk korte termijn
resultaat, maar verder ook permanent, een evaluatie van de werking in te
bouwen, en ze vergelijken met de doelstellingen en ambities. Veranderingen die
geen dynamisch karakter hebben, zijn statisch, en worden op zichzelf een
demonstratie dat stabiliteit de normale toestand is, en niet aanpassing en
groei.
5-
Stap 8; veranker
de verandering in de organisatiecultuur. Goed gezien: iets wat niet past in de
cultuur al worden afgestoten. Maar als men pas na de verandering denkt aan
verankeren, zal gedurende het hele proces een gevoel van weerstand merkbaar
zijn. De cultuur moet vooraan in het proces voldoende ontvankelijk gemaakt
worden om de verandering te doen slagen.
Dit zijn toch geen
onoverkomelijke zaken? Het vraagt toch geen superieure intelligentie of
buitensporig middelen om te realiseren? Is het door een gebrek aan empatisch
vermogen of door een te grote focus op
het gewenste resultaat dat deze bijkomende stappen niet gemaakt worden? Of is
het gewoon omdat e in het gehoorzaamheids-denken blijven hangen inzake
leiderschap? Dan is de Transactionele Analyse (2) toch wel heel bepalend voor
ons doen en laten, vooral in leiderschap!
(1) J.P. Kotter, Leiderschap bij verandering, Academic Service, Schoonhoven, 1998
(2) Berne E., Mens erger je niet, Bert Bakker, Den Haag, 1974 (dit concept wordt toegelicht in een ander bericht in deze BLOG: ‘TA : Hoe wordt samenwerken gemakkelijk?’
(1) J.P. Kotter, Leiderschap bij verandering, Academic Service, Schoonhoven, 1998
(2) Berne E., Mens erger je niet, Bert Bakker, Den Haag, 1974 (dit concept wordt toegelicht in een ander bericht in deze BLOG: ‘TA : Hoe wordt samenwerken gemakkelijk?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten