Zoeken in deze blog

zaterdag 11 november 2017

21. Positionering van CHANGE MANAGEMENT - een interview

         Downloaden

         1.      Wat houdt voor u change & risk management in? Graag met een voorbeeld verduidelijken

Risk management houdt in dat men op een systematische manier de lopende risico’s inschat die in een onderneming bestaan, om ze dan op een gepaste manier te proberen beheersen, compenseren (door “hedging” bvb als het over wisselkoersrisiko’s of risiko’s inzake grondstofprijzen gaat) of beperken bij het aangaan van nieuwe engagementen zoals investeringen, contracten,…
Change management gaat over het zorgvuldig omgaan met veranderingen die in een organisatie door het management wenselijk worden geacht, en die dus een deel zijn van het beleid inzake organisatieontwikkeling.

Beide begrippen hebben dus met elkaar zoveel te maken als de kunst van het broodbakken met de kunst van het verzorgen van brandwonden. Als het eerste fout gaat, wordt het tweede misschien wel relevant. Maar er is geen zinnig mens die de beide disciplines op een structurele manier aan elkaar koppelt.

   
             2.    Wat is change management niet?

Change management gaat dus niet over het  inschatten van de consequenties die veranderingen in de omgeving zouden kunnen meebrengen voor de organisatie. Deze analyse hoort thuis in een SWOT analyse die in het kader van strategieontwikkeling noodzakelijk is. De afkorting staat voor “Strenghts and Weaknesses, Opportunities en Threats”. De dreigingen die men ziet, bvb de kans op een deflatie met zijn gevolgen voor prijsvorming en het rendement op gemaakte investeringen, zijn een  basis om strategische beslissingen te nemen. Deze oefening heeft met change management nets te zien.

      3.      Kan u een voorbeeld van een sector noemen waar momenteel grote vraag naar change managers bestaat?

In de sector van ziekenhuizen en zorginstellingen, de ‘zachte sector in het algemeen, is actueel een grote beweging bezig om organisaties te “kantelen”. Dit houdt in dat men een structuur invoert die niet meer gebaseerd is op de traditionele specialisatie-criteria, maar probeert een procesgerichte structuur uit te tekenen. Bij specialisatie worden afdelingen gemaakt door mensen die hetzelfde soort werk doen, bij elkaar te zetten.  Zo ontstaat een afdeling verkoop, customer service, logistiek, administratie, R&D, softwareontwikkeling,….We beginnen steeds meer de nadelen te ondervinden van deze organisatiestructuur die gericht is op het onder controle houden van chaos. Dergelijke structuur is enkel nog aangewezen als de activiteiten van een organisatie vooral fysisch zijn (productie) en zeer repetitief. Zodra processen moeten georganiseerd worden die richting dienstverlening gaan, en zeker richting zorgverlening, wordt de samenwerking tussen de verschillende disciplines en de behoefte aan flexibele focus op het werkelijk probleem zo noodzakelijk, dat de specialisten niet in verschillende afdelingen mogen zitten, maar in multidisciplinaire, procesgerichte teams met een grote autonomie inzake operationele werking. De overgang van een verticale naar een horizontale structuur is een intensief veranderproces dat een grote impact heeft op functie-inhouden, bevoegdheden, kennisontwikkeling, leiderschap, samenwerking, besluitvorming…. Deze veranderingen op een succesvolle manier doorvoeren, zodat de gewenste stijging in efficiëntie en kwaliteit zich in de feiten vertalen, dat is change management. Een methodiek om organisaties te moderniseren, aan te passen aan nieuwe uitdagingen.

             4.      Hoe identificeert men change risks?

Het heeft  te maken met het inschatten van de gevolgen die een mislukte verandering zou kunnen meebrengen. Hiervoor moet men zich systematisch afvragen ‘what if’ voor elke onzekerheid die in het veranderproces zit. Voer voor academici; een valkuil voor managers!

             5.      Wat zijn de meest voorkomende problemen in change management?

Enkele cruciale probleemvelden in change management:
      a)     Het management is zich bewust van de nood aan verandering, werkt een oplossing uit, en gaat die vervolgens ‘verkopen’ aan de betrokkenen. Men is dikwijls zo naïef om te denken dat duidelijk communiceren voldoende is om acceptatie bij de betrokkenen te krijgen. Het moet duidelijk zijn dat zonder een “sense of urgency” in de hoofden van de betrokkenen, en geen trek-kracht is om de verandering te helpen realiseren. Het creëren van een “burning platform” is een slechte methodiek, want paniek is een slechte raadgever!
      b)    Men probeert inspraak te organiseren door werkgroepen gericht aan het werk te zetten. Men realiseert zich niet dat de mensen die niet in een werkgroep zitten, niet met de logica van de verandering bezig zijn, en in een latere fase dus ‘overvallen’ worden met een oplossing die klaar is. Men vervalt opnieuw in een verkoopproces; en de prijs wordt door de betrokkenen dikwijls te hoog bevonden, en het product niet interessant.
      c)     In vergaderingen tracht men een dialoog op te zetten rond moeilijk keuzen. Meningen verschillen en er ontstaat al vlug een gevoel van chaos en immobilisatie. De manager vindt het dan dikwijls nodig om ‘de knoop door te hakken’ en beseft niet altijd dat op die manier geen bruikbaar touw meer bestaat. Mensen haken af als iemand de beslissing naar zich toe trekt. Er bestaat nochtans een methodiek om beslissingen in groep te nemen die zowel aandacht heeft voor de kwaliteit van de beslissing als voor de gedragenheid.
      d)    Ingrijpende veranderingen zoals structuurkanteling, het invoeren van geïntegreerde informatica systemen, opzetten van zelfsturende teams,…vragen om compatibiliteit met de cultuur in de organisatie. Wat de cultuur niet verdraagt, zal niet overleven. Men ziet die evidentie vaak over het hoofd en concentreert zich enkel op de rationele inhoudelijke aspecten van de gewenste verandering. Het resultaat laat zich raden: men faalt. Er ontstaat weerstand; die wordt beantwoordt met meer druk, en de weerstand neemt daardoor opnieuw toe. Finaal wordt het project afgeblazen, of het wordt kunstmatig in leven gehouden. Dit betekent dat het formeel gezien wel bestaat, maar mensen staan er niet achter. Ze doen enkel wat nodig is om uit de miserie te blijven. Talrijke (dure) controle systemen worden opgezet om de druk hoog te houden, en finaal gaan de gezochte voordelen van de verandering verloren in de gestegen kosten om ze staande te houden.
      e)     Veranderingen worden door het management aangekondigd als noodzakelijk, maar men beseft niet dat medewerkers niet begrijpen in welke strategische denklijnen die veranderingen passen. Organisaties behandelen strategie nog te veel als een ‘top-secret’  aangelegenheid. Als de bemanning niet weet waar de boot naar toe gaat, dan zal men het uiteraard moeilijk hebben met de aangekondigde maneuvers te begrijpen en te accepteren als noodzakelijk.
Kortom, onze management realiteit is inzake leiderschap nog teveel gebaseerd op een model van gehoorzaamheid; denken en doen zijn ondergebracht in verschillende hoofden en verschillende functies. Deze erfenis uit het Taylorisme blijkt bijzonder moeilijk om los te laten. Dit leidt tot een aanpak van veranderingen die onzekerheid vergroot, weerstand oproept, en organisaties nog sterieler maakt dat ze al waren. Ook hier is change management noodzakelijk om het paradigma van een organisatie te veranderen. Gezonde organisaties zijn er niet op gericht om alles onder controle te houden , maar om een dynamiek te ontwikkelen is een richting die strategisch zin heeft.

We leven in boeiende tijden!

Hugo Der Kinderen (nov 2017)

Geen opmerkingen: