• Een
manipulator is iemand met een lager bewustzijnsniveau (1) dan zijn sociale
omgeving, en die daardoor de eigen behoeften centraal stelt in de samenwerking
met anderen. Een lager bewustzijnsniveau betekent dat de levenshouding meer
gericht is op de eigen ego-behoeften dan op bijdragen aan anderen of aan de
sociale omgeving. Dat eigen overleven kan te maken hebben met materiële
voordelen die centraal staan, maar heel dikwijls ook over emotionele behoeften
die absoluut moeten voldaan worden. Het eigen gelijk hoort daar zeker bij. We
hebben het dan over een persoon met een lage maturiteit (2). Die ego-behoeften
kunnen zo dominant het gedrag bepalen, dat elke vorm van doelgerichtheid of
aandacht voor oplossingen ten goede van het geheel, als zeer bedreigend voor de
manipulator wordt ervaren. Het neemt immers energie weg van de eigen ego-focus;
het is concurrentieel. Het kan bovendien zeer frustrerend zijn voor de
manipulator omdat er mogelijks een schuldgevoel aan verbonden is. Men beseft op
één of andere manier dat men wel tekort schiet, maar ermee geconfronteerd
worden is ondraaglijk. Dit zal zeker het geval zijn wanneer de persoonlijkheid
van de manipulator beschadigd is door sterke en vroege negatieve relationele
ervaringen. Zeker in dat geval zullen de emotionele ego-behoeften dominant
zijn. Mogelijke varianten zijn hier controlebehoefte (op de inhoud van het
werk), acceptatie-nood (erkenning en respect), dus taakgericht of mensgericht.
Hier liggen duidelijke verbanden met stijlen van leidinggeven (die dus hierdoor
zeer onproductief kunnen worden). Deze situatie leidt tot manipulatie als het
fatsoen ontbreekt om op een correcte en eerlijke manier met mensen om te gaan;
dus als de zelfbeheersing op dit punt ontbreekt. Dat is vermoedelijk het gevolg
van een mislukte socialisering. Anders gezegd, er zijn onvoldoende waarden en
normen meegenomen uit de opvoeding, of ze kunnen niet concurreren met de
emotionele storm in de ‘rugzak’ van de betrokkene.
• Als
de personen in de sociale omgeving van de manipulator deze behoeften niet
dienen, zal de manipulator het gedrag van anderen naar zijn eigen niveau (focus)
proberen te brengen, zijn belangen of doelen dienen. Hij doet daarvoor expliciet
beroep op loyaliteit, vertrouwen en manipuleert de emoties en vooral het
schuldgevoel van anderen op het niet aansluiten bij de ego-doelstellingen van
de manipulator. Dit geldt voor de manipulator die voor de KIND (3) modus kiest.
Vanuit een gevoel van machteloosheid (sterk gerelateerd aan de emotionele
behoefte aan erkenning) vooral ‘pleasen’ en schijnbaar positieve waardering
geven, maar altijd met de bedoeling om anderen ‘in te pakken’. Ze trekken
daardoor een rookgordijn op waar consistentie zoek is, geen integriteit of
openheid ervaren wordt, geen enkel respect voor de persoon ervaren wordt. en dus het vertrouwen verdwijnt. Wisselende
visies, onberekenbaarheid en weinig respect voor afspraken zijn kenmerkende
gevolgen. Het evidente gevolg is dat het vertrouwen verdwijnt. Deze situatie kan lang aanslepen omdat mensen
door het ‘pleasen’ een goed gevoel krijgen, en pas later in verwarring komen
als ze de werkelijke drijfveren achter het gedrag ervaren. De manipulator die
voor de OUDER modus kiest (sterk gerelateerd aan de behoefte aan controle van
de taak of inhoud), gaat meer intimiderend te werk. Hij gebruikt machtsmiddelen
om z’n goesting te krijgen, en chantage is hier niet zelden een deel van. Ook
hier zal het vertrouwen verdwijnen, hoewel er meer openheid is over wat de
manipulator wil. Maar dat wordt volledig gecompenseerd, in negatieve zin, door
nog minder respect en nog meer polariteit. Deze situatie kan lang aanslepen
doordat mensen angst hebben voor de dominante manipulator. Een manipulator
gebruikt meestal een mix van de beide scripts, wat de betrouwbaarheid nog
sneller doet verdwijnen.
• Als
het zelfbeeld van de manipulator bijzonder zwak is, zal de KIND modus zeer
sterk het manipulerend gedrag bepalen. In dit geval is de behoefte aan
erkenning en sociale steun wellicht de drijvende kracht. Als er een
‘opgeblazen’ zelfbeeld aanwezig is, krijgen we een versterking van het OUDER
gedrag door een narcistische onderlaag. Narcisme en manipulatie gaan daardoor
dikwijls samen. In dit geval is het wellicht de drijfveer van de
zelfoverschatting die de aandacht volledig wegneemt van het relationele, en
alle energie richt op het bereiken van de eigen doelstellingen of wensen.
• Het
is duidelijk dat in beide gevallen het vertrouwen binnen de kortste tijd
verdwijnt. Mensen die met een manipulator geconfronteerd worden nemen afstand,
en willen zo weinig mogelijk interactie met deze persoon. Het wantrouwen maakt
bovendien dat men alles wat van de manipulator uit gaat in vraag gaat stellen,
en probeert te achterhalen wat er achter zit, en hoe men best overleeft in deze
bedreigende situatie. Het veiligheidsgevoel verdwijnt, en dat weegt uiteraard
op de sfeer en de cultuur in een team of organisatie. Zelfs indien de
manipulator niet de formeel leidinggevende is, zal het gebrek aan veiligheid de
samenwerking ondergraven. Mensen weten immers niet wie nog te vertrouwen is en
wie niet niet, wie eventueel toch aansluit bij de manipulator of zelfs probeert
door een samenwerking persoonlijk voordeel te halen. De polariteit neemt toe
door een steeds groeiend gevoel van onveiligheid.
• In
elk team (sociaal verband) zijn wellicht mensen te vinden die ook een eerder
laag bewustzijnsniveau hebben, en er geen enkel probleem mee hebben om aan te
sluiten bij de zienswijze en het gedrag van de manipulator. Ook zij zien vooral
hun eigenbelang centraal. Het gevolg is dat narcistische manipulerende leiders
toch nog fanatieke volgelingen krijgen in een sfeer van extreme verwaarlozing
van de primaire belangen van mensen. Ook zij zullen dan in hun levensfocus
hierop gericht zijn, en het algemeen belang als een bedreigende concurrentie
ervaren. Misschien verklaart dit de huidige toestand in de VS, en werpt het ook
een licht op de polariserende effecten in de samenleving die daardoor
veroorzaakt worden. Het begint pijnlijk sterk op een negatieve spiraal te
lijken.
• Of
manipulators via coaching kunnen geholpen (veranderd) worden, is een
belangrijke vraag. Op het eerste gezicht lijkt het zeer moeilijk, om twee
redenen. De eerste heeft te maken met het lagere bewustzijnsniveau dat aan de
basis ligt. De ego-behoeften zijn een sterke drijfveer, en het zal zeker heel
wat tijd vragen om meer maturiteit te ontwikkelen. Zelfs bij groeiend
zelfvertrouwen lopen we het risico dart er meer naar dominantie manipulatie wordt
overgeschakeld. De tweede reden is dat het manipuleren een heel sterk script
voor zelfbehoud is geworden, dat de betrokkene geleerd heeft om op die manier
met een vijandige omgeving om te gaan. Het is een solide oplossing die uit de
vaardigheden van het ‘reflex-brein’ is ontwikkeld, en daardoor heel sterk
verankerd in het gedrag. Dat betekent dat alles wat je tegen een manipulator
zegt, onmiddellijk met deze scripts wordt aangepakt om het onschadelijk te
maken. Denk hierbij aan het principe: “Als een hamer uw enig instrument is,
ziet elk probleem eruit als een nagel”. Meestal zal ook de pre-frontale kracht (zelfreflectie,
zelfinzicht, doelgericht handelen, waarden-gedreven handelen,…) van de hersenen
eerder zwak zijn, afgeremd in z’n ontwikkeling door de ervaringen die hebben
geleid tot het lage bewustzijnsniveau (of in sommige gevallen zelfs gedeeltelijk
genetisch bepaald?) En het is juist dit vermogen van de hersenen
dat de zelfreflectie moet mogelijk maken die mogelijk is om geleidelijk uit dit
patroon te stappen omdat er alternatieve meer productieve scripts worden
ontwikkeld. (4)
• Onmogelijk
bestaat niet, maar waar liggen de kansen? Als het probleem ontstaan is door
zeer emotioneel geladen omstandigheden (zie ‘zwarte pedagogie’ – Alice Miller
(5)) zal emotie ook als rem optreden in elk proces dat naar verbetering moet
leiden. Het is duidelijk dat dit niet opgelost wordt in een paar goede
gesprekken. Heel geleidelijke ontwikkeling van maturiteit lijkt hier de enige
mogelijkheid. Het opbouwen van zelfvertrouwen, in contrast met de ervaringen
die tot het probleem hebben geleid, is moeilijk maar essentieel. Daarvoor is
een ondersteunende en tolerante sociale omgeving nodig. Die zal door de aard
van het probleem en de effecten die het veroorzaakt, niet zo gemakkelijk te
vinden zijn, en het waarschijnlijk ook niet lang volhouden. Regelmatige
wisseling van omgeving is dan een mogelijke uitweg. Als er eerder sprake is van
intimiderende manipulatie met meer gebruik van macht, dan betekent dat wellicht
dat het zelfvertrouwen gegroeid is, en de mogelijkheden ook anders liggen. Om
het kort door de bocht te stellen: ‘een dreun op de kop’ is meer aangewezen.
Let op, doseren is belangrijk, of je duwt de betrokkene terug in de vorige
fase, de machteloosheid van de KIND modus, met alle gevolgen voor permanent
slachtoffergedrag en opnieuw het oude relatie-gerichte manipulatiegedrag.
Tenzij natuurlijk de persoon in kwestie zich erg bedreigd voelt en kiest voor
de agressieve reactie. Dat zou zeker bij narcisme of bij sterke ego-kwetsuren
het geval kunnen zijn.
• Manipulatie
is een gedragspatroon dat egocentrische mensen gebruiken om hun omgeving (de
mensen en/of de feiten) naar hun hand te zetten, bij gebrek aan een respectvol
alternatief. En als dat alternatief toch
bekend is, wordt het te dikwijls ‘overruled’ door de primaire reflexen van
elementair zelfbehoud. Op korte termijn kan het voldoening geven, maar op lange
termijn leidt het tot verstoorde relaties en zet het een negatieve spiraal in
werking in het betrokken sociaal verband. Mensen met een manipulerende
persoonlijkheid zijn niet geschikt om leiding te geven, tenzij aan een groep
mensen die op hetzelfde niveau van bewustzijn leven. Dat blijkt, gelukkig, steeds meer een minderheid te zijn, en niet
veel duurzaamheid op termijn voort te brengen. Maar door hun tijdelijk succes
brengen deze mensen soms veel schade toe aan organisaties.
Hugo Der Kinderen (november 2017)
(1)
De term bewustzijnsniveau wordt zeer accuraat
omschreven in het werk van Richard Barrett, oa in “The new leadership paradigm”,
(http://valuescentre.com)
(2)
Maturiteitsontwikkeling refereert naar eigen
inzichten in dit verband, elders beschreven
(3)
De hier gebruikte termen OUDER en KIND refereren
naar het model van Transactionele Analyse (E. Berne) dat menselijk gedrag en interactie verklaart.
Een eigen interpretatie van het werk van Berne is ook elders beschreven.
(4)
Over de ontwikkeling van het zelfsturen vermogen
is een uitstekende analyse te vinden in: Walter Mischel, De Marshmallow test,
Little Brown & Co, New York, 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten