Downloaden
Iedereen komt in de loop van z’n leven wel eens in situaties
waar het bestaande gedrag problematisch wordt. Dat uit zich dikwijls in slechte
resultaten, maar ook zeer dikwijls ook in relationele problemen. De druk die
dan ontstaat op het betrokken individu, is zeer vaak onvoldoende om tot de
gewenste verandering te komen. Naarmate de druk aanhoudt, en zeker naarmate de
leeftijd van de betrokkene toeneemt, zien we dikwijls wel verandering optreden.
In de context van organisaties hebben we zeer dikwijls de tijd niet op de
resultaten van dit spontane proces af te wachten. Actieve (zelf-)coaching is
dan aan de orde. Als we op een meer gerichte manier aan gedragsverandering
willen werken, is de hier beschreven benadering wellicht een uitkomst.
De benadering is gebaseerd op zes stadia waar de betrokkene
door moet om tot gedragsverandering te komen. Het zijn generieke stappen, dus
ongeacht het onderwerp van de gedragsverandering of zelfs los van de
onderliggende drijfveren. Deze maken wel een verschil in de vereiste energie en
diepgang van de oefening, maar niet in de stappen die moeten gezet worden. Deze
benadering is gebaseerd op een inspirerend boek ter zake dat een alternatief
biedt voor familieopstellingen, psychoanalyse, herbeleving, en ander gangbare
benaderingen op dit vlak. (1)
Stap 1: aandacht
De betrokkene moet aandacht geven aan het probleem dat zich
stelt. Dit houdt dikwijls in dat signalen uit de omgeving moeten
geïnterpreteerd worden om een duidelijk beeld te krijgen van het gedrag dat
problematisch is. Er moet dus een zeker urgentiegevoel aanwezig zijn dat
voldoend energie oplevert.
Stap 2: inzicht
Door een analytische benadering moet inzicht ontstaan in wat
er precies aan de hand is. Zowel de urgentie kan onderzocht worden, als de
reden om het bestaande gedrag te stellen. Niet zelden komt dit neer op het
identificeren van de emotie die het betreffende gedrag ‘triggert’. Als het
inderdaad over emotioneel geladen reacties gaat, is soms een vrij diepgaande
analyse nodig. De relevante vraag is dikwijls waarom die emotie zo sterk is, en
waarop ze gebaseerd is.
Stap 3: aanvaarding
Een belangrijke stap is het opgeven van de weerstand tegen
het onderkennen van de oorzaken van het gedrag. Er moet een zeker
schaamtegevoel of schuldgevoel overwonnen worden. Dit is dikwijls gebaseerd op
de negatieve feedback die dikwijls rond het gedrag is gegeven. De inhoud van de
analyse uit de vorige stap moet dus volledig aanvaard worden, inclusief de
consequenties, en vooral het eigen aandeel. Ook het gewenste gedrag dat in de plaats
moet komen van het ongewenste, moet duidelijk in beeld gebracht worden. Het is
dikwijls moeilijker dan het lijkt. Het ‘extern toeschrijvingsgedrag’ moet
doorbroken worden. Dikwijls leggen mensen de schild van het probleem toch weer
bij anderen, en ze houden dit vrij lang vol. Dit verhindert uiteraard
gedragsverandering.
Stap 4: keuze
Het lijkt triviaal, maar de verandering begint bij het
inschakelen van de wil tot verandering. De overgang van analyse naar actie is
in het menselijk gedrag een van de moeilijkste bewegingen. Ze is wel essentieel
omdat groei, verbetering, oplossingen, … enkel mogelijk zijn door de kracht van
het ‘pre-frontaal’ denken. Het stimulus-respons automatisme in ons brein dient
doorbroken te worden. Voor mensen met een zwakke wilsontwikkeling, of erger
nog, met een sterk ontwikkeld slachtoffergevoel, is dat een moeilijke stap.
Maturiteit speelt hier eens te meer een belangrijke rol.(1)
Stap 5: focus
De betrokken zou zich moeten concentreren op de momenten en
situaties waar het ongewenste gedrag zich voordoet. Als men probeert constant
aandacht geven op het gewenste gedrag, dan verspilt men z’n energie, en dooft
de motivatie snel uit. Focus op de cruciale momenten laat ook toe om te
anticiperen, wat de controle sterk bevordert. Het zal bovendien noodzakelijk
zijn om vrij snel enig succes te oogsten om de motivatie op peil te houden.
Stap 6: Volharding
Neurologisch betekent gedragsverandering dat een bestaand
patroon van geconnecteerde hersenverbindingen wordt vervangen door een ander
patroon, deels misschien overlappend met het oude. (3) Het nieuwe patroon zal
maar tot een automatisme groeien als het voldoende dikwijls gebruikt wordt. Het
oude patroon zal zich niet meer opdringen als het zo weinig mogelijk gebruikt
wordt. Het zal dus nodig zijn om de gecreëerde focus een behoorlijke tijd vol
te houden. Daarom moet de betrokken zichzelf organiseren, niet zijn omgeving.
Herinneringen, tussentijdse evaluaties, ‘kattenbelletjes’, en dergelijke zijn
nuttige ondersteuningen; Wat vooral goed helpt is sociale ondersteuning onder
vorm van feedback, liefst op het moment zelf of kort na de al dan niet
geslaagde poging. Mensen in uw omgeving kunnen daarom helpen, maar niet de
verantwoordelijkheid overnemen. Het wordt helemaal een sterke steun als de
betrokken in alle openheid de intenties voor gedragsverandering vooraf kenbaar
maakt, en expliciet vraagt naar feedback. Dit neemt de vrijblijvendheid van de
oefening weg. He tis uiteraard maar mogelijk als de keuze duidelijk gemaakt is,
en als er voldoende maturiteit (1) aanwezig is.
Tot slot: als emoties een belangrijke rol spelen als
drijfveer van het ongewenste gedrag, of je merkt dat het snel (spontaan)
reageren dikwijls een slecht resultaat oplevert, dan is het nuttig om iets meer
doordacht te handelen. Dit komt erop neer dat het ‘hot system’
(stimulus-respons) in ons brein meer wordt gedomineerd door het ‘cool system’
(pre-frontale cortex). Dit kan
ondersteund worden door het ‘heden’ af te koelen, en de ‘toekomst’ op te
warmen. (“Cool down the present en heat up the future” (4) Anders gezegd, met
de woorden van Stephen Covey (5): ‘de ruimte leren benutten tussen stimulus en
respons’.
Een overzicht:
Om het ‘stimulus-respons’ mechanisme af te remmen:
- - Afstand nemen (ook fysiek) van de ‘stimulus’
- - Je eigen emoties analyseren: herkennen en de
oorsprong trachten te achterhalen
- - Identificeer je ‘hot spots’ (gevoelige punten,
om er dan een “als – dan” reactie op te formuleren als - voorbereidde reactie
- - Definieer de spontane reflex als een “vergif”
- - Kijk naar jezelf vanop een virtuele afstand
(helicopter zicht)
- - Tegen jezelf praten
- - De ‘stimulus’ (persoon of gebeurtenis)
realativeren en analyseren
- - Mindfullness, yoga, tai-chi, meditatie beoefenen
- - Spanning afreageren, stress verminderen, sport
Om het mechanisme van ‘bewuste reactie’ te stimuleren:
- - Aandacht geven aan de gevolgen
- - Focus leggen op de doelstelling in een bepaalde
situatie
- - Installeer “als – dan” routines vooraf
- - Ontwikkel redenen om zelfcontrole te versterken;
overtuig jezelf van het nut?
- - Beloof jezelf een beloning voor zelfcontrole
- - Nota nemen van successen en mislukkingen
(dagboek)
- - Plannen maken
- - Diep ademen, pauzeren
- - Zelfvertrouwen versterken ( psychologisch
immuunsysteem)
- Na voldoende oefening zouden meer aangepaste reacties in het
‘hot system’ kunnen verankerd worden, zodat het geen moeite meer kost om gepast
te reageren.
Hugo Der Kinderen
Januari 2018
(1) McClure Goulding M, Goulding L., Changing lives through redecision
therapy, Grove Press inc, New York 1979
(2)
Over maturiteit kan je een korte bijdragen
vinden op: hugoderkinderen.blogspot.be
(3)
Een heldere beschrijving van dit mechanisme is
te vinden bij: S. Jacobs, Waarom feedback niet werkt, Paradigma, Amsterdam,
2010
(4) Ondermeer gebaseerd op: Walter
Mischel; The Marshmallow test, Little, Brown & Company, New York, 2014
(5)
S. Covey, De zeven eigenschappen van effectief
leiderschap, Contact, Amsterdam, 1993
Geen opmerkingen:
Een reactie posten