Er is al veel geschreven over coaching, maar er is een
dimensie die weinig aan bod komt, en dat is de coachvraag. We bedoelen de
situatie die heeft aanleiding gegeven tot de coaching. Deze vraag is een
vertrekpunt dat veel invloed heeft op de verdere aanpak van de coach; dus ook
hier geen eenheids-worst, graag!
We kunnen volgende coachvragen onderscheiden:
1-
Emotionele instabiliteit. Dit betekent
dat de coachee moeite heeft om emoties rond een bepaalde situatie of
problematiek geordend te krijgen, en dus op zoek is naar ondersteuning. Meestal
komt de vraag op een moment dat de stabiliteit al een tijd zoek is, en het
welbevinden van de coachee al behoorlijk verzwakt is. De interne onrust heeft
al veel energie gekost, en er is geen of te weinig vooruitgang merkbaar. Het
gevoel van vast te zitten neemt de overhand, en dat is wellicht de basis voor
de stap om een coach te zoeken of te aanvaarden. De coachee zoekt dus
ondersteuning in het vinden van houvast in een emotioneel beladen situatie.
2-
Functioneringsproblemen. Dit houdt in dat
de coachee het gevoel heeft, mogelijk ten gevolge van feedback, dat er iets
fout loopt met de functie of rol die hij/zij heeft in een organisatie of team.
Men is niet tevreden, en het is niet duidelijk voor de coachee hoe hij/zij daar
moet mee omgaan. Dit is zoeken naar het eigen aandeel, de rol van de context en
van andere personen waarmee eventueel een verschil van mening, belang of stijl
bestaat. Uiteraard moet het gewicht van de situatie voldoende groot zijn om
over te gaan tot het zoeken of aanvaarden van een coach. Dikwijls gaat een
dergelijke situatie vooraf aan de eerstgenoemde emotionele instabiliteit. Men
loopt lang rond met het probleem, vindt geen oplossing en geraakt emotioneel
behoorlijk onder druk en loopt eventueel vast. Meestal loopt men vast omdat er
twijfel over zichzelf bestaat, en er daardoor een interne emotionele
verzwakking optreedt. Heel dikwijls nemen anderen in dergelijke situaties het
initiatief voor coaching, omdat de omgeving er meer last van lijkt te hebben
dan de coachee zelf. Als het initiatief vanuit de omgeving komt (bvb het team
of de organisatie) dan is dit gegeven een belangrijke factor voor de coach om
de juiste aanpak te kiezen.
3-
Levensoriëntatie. In deze situatie stelt
de coachee zich duidelijk vragen over het al dan niet op de goede plaats
zitten. Het gaat dan over al dan niet de juiste job hebben, in een geschikte
organisatie zitten of in de meer prive-sfeer geplaagd zitten met spanningen
rond posities en eerder gemaakte keuzes, zoals partnerkeuze, woonstkeuze,
familiesituaties,…Deze vragen zijn niet zelden gerelateerd aan de levensfase
van de coachee. De ‘mid-life’ periode leent zich uitstekend tot dit soort
probleemstellingen, maar ook functioneringsproblemen kunne deze
probleemstelling induceren. Ook hier geldt dat het niet kunnen oplossen op de
duur zoveel energie kan vragen dat men aan zichzelf gaat twijfelen, en dat het
een coachingvraag over emotionele instabiliteit wordt.
4-
Keuzeproblemen. Dit gaat over praktische
situaties die de coachee voor een dilemma zetten waar hij/zij zelf niet uit
geraakt. Het gaat over het zoeken naar de meest wenselijke aanpak van een
concrete situatie. Het is mogelijk, maar minder waarschijnlijk dan in de
voorgaande gevallen, dat het niet opgelost geraken van deze situatie leidt tot
een probleem van emotionele instabiliteit.
De rol van de coach bestaat erin om de coachee te helpen in
het vinden van een bevredigende weg vooruit. Het accent zal verschillend zijn
naargelang één van de vier vorige situaties zich voordoet. Soms gaat het meer
over orde krijgen in de inhoud van de problematiek, maar soms ook over het
vinden van meer emotionele stabiliteit (zelfvertrouwen, rust, zekerheid,…). Als
deze voldoende bereikt is, kan de aandacht verschuiven naar de meer
inhoudelijke zaken. Maar steeds moet het de insteek blijven dat de coachee zelf
tot bepaalde inzichten en/of beslissingen komt. De coach kan op dat vlak wel
helpen met invalshoeken, kaders, criteria,… aan re reiken, maar nooit op te
dringen. De coach zou dus de discipline moeten hebben om zich bewust te zijn
van zijn/haar rol, in elke fase van het coaching proces. Daarbij zal de eigen
voorkeur, stijl, specifieke competentie, overtuiging,… onderschikt moeten
blijven.
Hugo Der
Kinderen
Augustus 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten