Zoeken in deze blog

maandag 16 oktober 2017

18. Kunnen mensen veranderen?


In de literatuur is nogal wat inzicht te vinden in de processen die zich in de loop van ons leven voltrekken, en van ons een ander mens maken. De veranderingen zijn soms spectaculair, en hebben betrekking op temperament, evenwicht, waarden, competenties, doelstellingen, … Hoewel er toch steeds iets van het origineel bewaard blijft, zijn deze veranderingen ingrijpend. Maar ze vragen tijd, en zijn het resultaat van een complex geheel van invloeden en ervaringen, aangevuld met de manier waarop we deze beide opvangen of gebruiken. Dat deze verandering optreden hoeft niet bewezen te worden, iedereen kan ze observeren. (1)

Een andere vraag betreft gewilde veranderingen, bvb om een lastige gewoonte of een stijl van werken te veranderen. Het gaat dan over specifieke gedragsverandering. Laten we ervan uitgaan dat er een voordeel is voor ofwel de betrokkene, ofwel voor de medemens, of voor beiden. Mensen hoeven niet van gedrag te veranderen als daar geen voordeel aan verbonden is. Maar, spijtig genoeg, volstaat dit vermeende voordeel niet om de gewenste gedragsverandering te realiseren. In die zin is het dus geen kwestie van argumenteren waarom de verandering wenselijk is. Argumenten zullen mensen niet tot gedragsverandering brengen. Het is in die zin geen rationeel proces.

Gedragsverandering verloopt door zes fasen waar de betreffende persoon door loopt met een bewuste, actieve betrokkenheid. Het gebeurt dus niet ongemerkt, onderhuids, als een soort achtergrondproces zoals de spontane verandering door de levensloop. Bewuste betrokkenheid is essentieel.

Fase 1: aandacht. Een voorwaarde voor verandering is dat de betrokkene bereid is om aandacht te geven aan het fenomeen dat de nood aan verandering meebrengt. Deze bereidheid kan al een eerste moeilijke hindernis zijn in geval er emotionele blokkades aanwezig zijn. Angst voor de consequenties; verband met zeer negatieve ervaringen; gebrek aan zelfvertrouwen of positieve zelfwaardering zijn enkele voorbeelden. Dikwijls is het ernstig nemen van feedback een start voor fase 1.

Fase 2: inzicht. Door gericht aandacht te geven maakt men nog niet noodzakelijk vooruitgang. Er zal enig inzicht moeten ontstaan over oorzaken van het af te leren gedrag, mechanismen die spelen, consequenties die men niet bewust gekozen heeft maar wel als reëel ontdekt,… Deze analyse zal ook op zich geen verandering brengen, maar is noodzakelijk om de volgende fasen te onderbouwen. Alleen op basis van wilskracht zal de gewenste verandering een stuk moeilijker zijn.

Fase 3: acceptatie. De resultaten van het inzicht moeten aanvaard worden om tot verandering te kunnen komen. De voornaamste hindernis hier blijkt ‘cognitieve dissonantie’ (zie Festinger: ‘reductie van cognitieve dissonantie’) of met een mooiere term, het ’Psychisch immuunsysteem’ (een manier of excuus vinden om zichzelf tot goed te praten uit behoefte van zelfbehoud). Acceptatie betekent niet alleen de oorzaken en gevolgen aanvaarden als relevant, maar daardoor ook de combinatie van de uitlokkende context en de persoonlijke reactie daarop. Het effect is dat men het schuldgevoel over het minder productieve gedrag kwijt geraakt. Vooral om storende scripts (‘neurotische trekjes’) onder handen te nemen, is deze fase essentieel. Het is duidelijk dat zonder fase 2 deze aanvaarding een stuk moeilijker wordt. Er kunnen immer externe oorzaken van het ongewenste gedrag aan het licht komen, zoals effecten uit de opvoeding, die het schuldgevoel aanzienlijk kunnen reduceren.

Fase 4: keuze. Als na de vorige fase gelatenheid ontstaat, verandert er natuurlijk niets. Er dient een keuze gemaakt om er iets aan te doen. Hiervoor zal het geloof nodig zijn dat het kan, tegelijk met een duidelijk overtuigend ‘voordeel’ dat men ervan verwacht. Dat hoeft niet noodzakelijk een pragmatisch voordeel (eigenbelang) te zijn, maar kan ook liggen in ethiek en waarden, met alle varianten daartussen.

Fase 5: focus. De echte verandering begint met het concentreren van aandacht op de momenten dat het af te leren gedrag zich voordoet. De inzichten uit fase 2 zullen helpen om zich op dat ogenblik bewust te worden van de oorzaken (dikwijls emoties) van dit gedrag, en het bewustzijn aan te scherpen dat men op dat ogenblik wel degelijk de keuze heeft: toegeven of niet. Deze fase begint met observeren van wanneer en hoe het automatisme zich voordoet, en wordt nadien gevolgd door ingrijpen op basis van wat men wil (keuze die gemaakt werd).

Fase 6: volharding. De focus volhouden uit de vorige fase vraagt aanvankelijk veel energie. Volhouden zal wellicht enkel lukken als men zich weet te organiseren met eenvoudige of meer gecompliceerde ondersteunende hulpmiddelen. Evaluatiemomenten vastleggen; zich engageren naar vrienden of collega’s toe, visuele herinneringen aan de intenties, feedback vragen,… Naarmate met deze hulpmiddelen de focus langer kan aangehouden worden, is er steeds minder energie nodig om op de cruciale momenten de gewenste keuze te maken. Na een tijdje wordt het een nieuwe gewoonte, en verdwijnt het oude patroon.

Dit proces kan neurologisch behoorlijk goed onderbouwd worden met de rol van de pre-frontale cortex in het menselijk gedrag (2), de invloed van ‘zwarte pedagogie’ (3)  op het ontwikkelen van scripts en gevoeligheden, inclusief een sterke invloed van emoties op gedrag. Ervaring leert dat het ook in de praktijk werkt. Evident is er tijd nodig, maar het resultaat is vooral afhankelijk van het zorgvuldig doorlopen van de zes fasen, en de wil om het vol te houden. Hiervoor is soms externe begeleiding nodig, en dat heet dan coaching, waarbij het vertrouwen moet opwegen tegen de vereiste kwetsbaarheid. De maturiteit van de betrokkene zal een essentiële rol spelen in de haalbaarheid van de gewenste verandering.


Hugo Der Kinderen (augustus 2019)

      (1)    Bernard Lievegoed, De Levensloop van de mens, Lemniskaat, Rotterdam, 1976
      (2)    Daniel Kahneman, Ons feilbaar denken, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2013
Charles Jacobs, Management rewired, Penguin Group, New York, 2009
      (3)     ‘Zwarte pedagogie’ is een term die gelanceerd werd door Alice Miller, die de invloed beschrijft van opvoeding op de volwassen persoonlijkheid. Zie voor een samenvatting: https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=9&cad=rja&uact=8&ved=0ahUKEwikre2Kv7fXAhWSGuwKHaVdAL8QFghBMAg&url=http%3A%2F%2Fwww.waaromtoch.be%2F&usg=AOvVaw2rqt_vs29RDVR4L5dJnFgm
     (4)    Walter Mischel, The Marshmallow test, Little, Brown & Co, New York, 2014
     (6)    Wheels A., How people change, Harper Perennial, New York, 1973





Geen opmerkingen: