In de literatuur is nogal wat inzicht te vinden in de
processen die zich in de loop van ons leven voltrekken, en van ons een ander
mens maken. De veranderingen zijn soms spectaculair, en hebben betrekking op
temperament, evenwicht, waarden, competenties, doelstellingen, … Hoewel er toch
steeds iets van het origineel bewaard blijft, zijn deze veranderingen
ingrijpend. Maar ze vragen tijd, en zijn het resultaat van een complex geheel
van invloeden en ervaringen, aangevuld met de manier waarop we deze beide opvangen
of gebruiken. Dat deze verandering optreden hoeft niet bewezen te worden,
iedereen kan ze observeren. (1)
Een andere vraag betreft gewilde veranderingen, bvb om een
lastige gewoonte of een stijl van werken te veranderen. Het gaat dan over
specifieke gedragsverandering. Laten we ervan uitgaan dat er een voordeel is
voor ofwel de betrokkene, ofwel voor de medemens, of voor beiden. Mensen hoeven
niet van gedrag te veranderen als daar geen voordeel aan verbonden is. Maar,
spijtig genoeg, volstaat dit vermeende voordeel niet om de gewenste
gedragsverandering te realiseren. In die zin is het dus geen kwestie van
argumenteren waarom de verandering wenselijk is. Argumenten zullen mensen niet
tot gedragsverandering brengen. Het is in die zin geen rationeel proces.
Gedragsverandering verloopt door zes fasen waar de
betreffende persoon door loopt met een bewuste, actieve betrokkenheid. Het
gebeurt dus niet ongemerkt, onderhuids, als een soort achtergrondproces zoals
de spontane verandering door de levensloop. Bewuste betrokkenheid is
essentieel.
Fase 1: aandacht. Een voorwaarde voor verandering is
dat de betrokkene bereid is om aandacht te geven aan het fenomeen dat de nood
aan verandering meebrengt. Deze bereidheid kan al een eerste moeilijke
hindernis zijn in geval er emotionele blokkades aanwezig zijn. Angst voor de
consequenties; verband met zeer negatieve ervaringen; gebrek aan zelfvertrouwen
of positieve zelfwaardering zijn enkele voorbeelden. Dikwijls is het ernstig
nemen van feedback een start voor fase 1.
Fase 2: inzicht. Door gericht aandacht te geven maakt
men nog niet noodzakelijk vooruitgang. Er zal enig inzicht moeten ontstaan over
oorzaken van het af te leren gedrag, mechanismen die spelen, consequenties die
men niet bewust gekozen heeft maar wel als reëel ontdekt,… Deze analyse zal ook
op zich geen verandering brengen, maar is noodzakelijk om de volgende fasen te
onderbouwen. Alleen op basis van wilskracht zal de gewenste verandering een
stuk moeilijker zijn.
Fase 3: acceptatie. De resultaten van het inzicht
moeten aanvaard worden om tot verandering te kunnen komen. De voornaamste
hindernis hier blijkt ‘cognitieve dissonantie’ (zie Festinger: ‘reductie van
cognitieve dissonantie’) of met een mooiere term, het ’Psychisch immuunsysteem’
(een manier of excuus vinden om zichzelf tot goed te praten uit behoefte van
zelfbehoud). Acceptatie betekent niet alleen de oorzaken en gevolgen aanvaarden
als relevant, maar daardoor ook de combinatie van de uitlokkende context en de
persoonlijke reactie daarop. Het effect is dat men het schuldgevoel over het
minder productieve gedrag kwijt geraakt. Vooral om storende scripts
(‘neurotische trekjes’) onder handen te nemen, is deze fase essentieel. Het is
duidelijk dat zonder fase 2 deze aanvaarding een stuk moeilijker wordt. Er
kunnen immer externe oorzaken van het ongewenste gedrag aan het licht komen,
zoals effecten uit de opvoeding, die het schuldgevoel aanzienlijk kunnen
reduceren.
Fase 4: keuze. Als na de vorige fase gelatenheid
ontstaat, verandert er natuurlijk niets. Er dient een keuze gemaakt om er iets
aan te doen. Hiervoor zal het geloof nodig zijn dat het kan, tegelijk met een
duidelijk overtuigend ‘voordeel’ dat men ervan verwacht. Dat hoeft niet
noodzakelijk een pragmatisch voordeel (eigenbelang) te zijn, maar kan ook
liggen in ethiek en waarden, met alle varianten daartussen.
Fase 5: focus. De echte verandering begint met het
concentreren van aandacht op de momenten dat het af te leren gedrag zich
voordoet. De inzichten uit fase 2 zullen helpen om zich op dat ogenblik bewust
te worden van de oorzaken (dikwijls emoties) van dit gedrag, en het bewustzijn
aan te scherpen dat men op dat ogenblik wel degelijk de keuze heeft: toegeven
of niet. Deze fase begint met observeren van wanneer en hoe het automatisme
zich voordoet, en wordt nadien gevolgd door ingrijpen op basis van wat men wil
(keuze die gemaakt werd).
Fase 6: volharding. De focus volhouden uit de vorige
fase vraagt aanvankelijk veel energie. Volhouden zal wellicht enkel lukken als
men zich weet te organiseren met eenvoudige of meer gecompliceerde
ondersteunende hulpmiddelen. Evaluatiemomenten vastleggen; zich engageren naar
vrienden of collega’s toe, visuele herinneringen aan de intenties, feedback
vragen,… Naarmate met deze hulpmiddelen de focus langer kan aangehouden worden,
is er steeds minder energie nodig om op de cruciale momenten de gewenste keuze
te maken. Na een tijdje wordt het een nieuwe gewoonte, en verdwijnt het oude
patroon.
Dit proces kan neurologisch behoorlijk goed onderbouwd
worden met de rol van de pre-frontale cortex in het menselijk gedrag (2), de
invloed van ‘zwarte pedagogie’ (3) op
het ontwikkelen van scripts en gevoeligheden, inclusief een sterke invloed van
emoties op gedrag. Ervaring leert dat het ook in de praktijk werkt. Evident is
er tijd nodig, maar het resultaat is vooral afhankelijk van het zorgvuldig
doorlopen van de zes fasen, en de wil om het vol te houden. Hiervoor is soms
externe begeleiding nodig, en dat heet dan coaching, waarbij het vertrouwen
moet opwegen tegen de vereiste kwetsbaarheid. De maturiteit van de betrokkene
zal een essentiële rol spelen in de haalbaarheid van de gewenste verandering.
Hugo Der Kinderen (augustus 2019)
(1)
Bernard Lievegoed, De Levensloop van de mens,
Lemniskaat, Rotterdam, 1976
(2)
Daniel Kahneman, Ons feilbaar denken, Contact,
Amsterdam/Antwerpen, 2013
Charles Jacobs, Management rewired, Penguin Group, New York, 2009
(3)
‘Zwarte pedagogie’ is een term die
gelanceerd werd door Alice Miller, die de invloed beschrijft van opvoeding op
de volwassen persoonlijkheid. Zie voor een samenvatting: https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=9&cad=rja&uact=8&ved=0ahUKEwikre2Kv7fXAhWSGuwKHaVdAL8QFghBMAg&url=http%3A%2F%2Fwww.waaromtoch.be%2F&usg=AOvVaw2rqt_vs29RDVR4L5dJnFgm
(4) Walter Mischel, The Marshmallow
test, Little, Brown & Co, New York, 2014
(6)
Wheels
A., How people change, Harper Perennial, New York, 1973
Geen opmerkingen:
Een reactie posten