Zoeken in deze blog

vrijdag 2 februari 2018

25. Waarom mislukt de gekantelde organisatie (soms)?


Kantelprojecten zijn ‘in’; en het werd tijd! De klassieke functionele organisatie heeft bewezen vooral goed te zijn om alles onder controle te houden, maar niet om een dynamiek voor kwaliteit, innovatie en flexibiliteit te onderbouwen. Procesgericht denken en dito organiseren is daardoor een prioriteit geworden. Teams worden multidisciplinair samengesteld en krijgen impact op het eindresultaat. Ze worden minder afhankelijk van ondersteunende diensten gemaakt, en als het goed is wordt tegelijk aan de nodige re-engineering gedaan om de processen ook binnen de teams minder te verkavelen over functies. Naarmate de opdracht van een organisatie niet een strikt materieel en repetitief  productieproces betreft, maar zich meer in de richting van innovatie, dienstverlening, en zorgverstrekking bevindt, wordt het belang en het nut van kanteling groter.

De ervaring leert echter dat een dergelijke ingrijpende verandering in een organisatie zelden vlot verloopt. Dikwijls is er zelfs sprake van een mislukking. Dit zijn de belangrijkste redenen:
1    -      Slechte methodiek van verandermanagement
De kanteling wordt dikwijls gestart vanuit het enthousiasme van de leiding, die er het potentieel of de noodzaak van inziet. De leiding van het project berust daardoor zeer dikwijls bij ‘believers’, mensen die zich erg conceptueel in veranderingen smijten, soms zelfs gedreven door en licht theatrale management-stijl. Ze proberen hun idee te ‘verkopen’ bij het personeel, en hebben zeer dikwijls te weinig geduld en respect voor de bezwaren die bij de betrokken personeelsleden ervaren worden. Er ontbreekt dan dikwijls de methodiek om zowel inhoudelijk naar goede besluiten te komen, als te zorgen voor goede gedragenheid en begeleiding. In feite komt dat neer op een ‘top-down’ invoering van iets wat eigenlijk moet werken op basis van meer bevoegdheden aan de basis. Er is een degelijk proces van participatie nodig om dergelijke ingrijpende veranderingen vlot te laten lopen.
2    -      Te enge focus op de structuur
Reeds decennia lang weten we dat het design van een organisatie niet enkel de structuur betreft, maar ook zes andere elementen: strategie, systemen, leiderschap, kennis, mensen en cultuur. (zie het werk van Mc Kinsey dat op dit vlak baanbrekend is geweest) (1). Het is een traditionele hardnekkige eenzijdigheid in de praktijk van het management om zich bij het ontwerpen van organisaties enkel of vooral op de ‘harde’ kant van de organisatie te richten (strategie, structuur en systemen), en de zachte kant te verwaarlozen (leiderschap, kennis, mensen en cultuur). Allicht wordt deze scheeftrekking in stand gehouden door de eenzijdige begaafdheid van veel managers. Maar de gevolgen zijn duidelijk: als de structuur ingrijpend verandert, en de andere elementen niet (vooral de zachte) ontstaat het door McKinsey genoemde probleem van verstoorde interen balans. Het is duidelijk dat een zachte kanteling nodig is om een harde kanteling te flankeren.  Anders ontstaat er een spagaat, verwarring, tegengestelde signalen, onduidelijke identiteit,… en daardoor de terugkerende vraag: “welk soort organisatie willen wij eigenlijk zijn?”
3    -    Timing
Bovenop deze twee problemen stelt zich een derde; de timing. Niet alleen kan men te snel willen  starten of te snel willen gaan (zie punt 1) maar ook de onderlinge volgorde speelt een rol. Als men eerst de structuur verandert, en pas dan de cultuur aanpakt, loopt het mis. De cultuur bepaalt wat men accepteerbaar vindt in de bestaande ‘ongeschreven regels’. Als dat niet klopt met wat de structuur vereist, ontstaan er afstotingsverschijnselen; als een splinter in een vinger wordt de structuur uitgestoten. Eerst de cultuur, dan de structuur. En nog een stap verder; eerst de leiderschapsstijl, dan de cultuur, dan de structuur.

Conclusie: systeemdenken moet redding brengen. We moeten leren een organisatie te zien als een levend systeem met een vrij grote complexiteit. Het is geen blokkendoos waar je mechanische dingen anders sorteert. Iemand die de ingebouwde wetmatigheden van een systeem niet kan aanvoelen en inschatten, kan zelfs geen degelijke groenten kweken. Misschien moeten leidinggevenden die zich wagen aan organisatiedesign eerst een examen in biologische tuinbouw passeren?

      (1)    T. Peter, R. Waterman, Excellente ondernemingen, Veen Uitgevers, Utrecht – Antwerpen, 1983


Hugo Der Kinderen (februari 2018)

Geen opmerkingen: