Zoeken in deze blog

dinsdag 30 oktober 2018

31. Waarde(n) gedreven leiderschap


De meest ‘primitieve’ drijfveer achter leiderschap is gehoorzaamheid. In die positie wil de leider volgelingen die uitvoeren wat de leider wil. Het scheiden van ‘denken’ en ‘doen’ dat op die manier ontstaat, heeft een lage betrokkenheid van de medewerker tot gevolg, en een gedrag dat niet zelden gericht is op het eigen voordeel. Hierbij kan nog gekozen worden voor ‘afhaken”, en dan zien we vooral overlevingsgedrag, of voor aansluiting, en dan zien we berekende gehoorzaamheid, uiteraard om te profiteren van de gunsten van de leider als ‘beloning’. In deze visie is de leider superieur op inhoudelijk vlak (mogen we hopen) en op deze te smalle basis proberen we de organisatie te dienen in haar opdracht. Psychopatische leiders voldoen aan deze criteria, maar zij niet alleen.

Veel leiderschapsconcepten die recent het licht hebben gezien, zetten een andere drijfveer centraal: goede relaties. In deze setting is een respectvolle relatie de basis voor een goede samenwerking. Concepten als ‘dienend leiderschap’ en ‘gedeeld leiderschap’ passen in deze benadering. Ze scheppen de mogelijkheid om in de samenwerking tussen leiding en medewerker de doelen van de organisatie na te streven. Uiteraard is dat heel wat productiever en duurzamer dan het gehoorzaamheidsmodel, omdat er veel minder energie verloren gaat in de oppositie tussen leider en medewerkers. Als de leider inhoudelijk sterk is, dan is deze toegevoegde relatiefocus een verdienstelijke poging om inhoud en relatie te verzoenen en de negatieve effecten uit het gehoorzaamheidsmodel te vermijden.
Om goed leiderschap te ontwikkelen zou een derde dimensie in de samenwerking moeten toegevoegd worden: de toekomst. Zowel leiding als medewerker zouden een zelfde focus moeten hebben op de missie, strategie en planning van de organisatie. Op die manier wordt de samenwerking doelgericht, en is ze in staat om de organisatieopdracht op een duurzame manier te realiseren. Om dit te realiseren zal veel inspraak nodig zijn om die gemeenschappelijkheid te creëren.

Als deze drie dimensies van samenwerking geïntegreerd zijn in het leiderschap (inhoud, relatie en toekomst) dan blijft er een prangende vierde dimensie de aandacht opeisen: de waarden. Dit zijn de criteria die we gebruiken om ons handelen te ‘richten’. De voorwaarde is wel dat andere drijfveren niet meer de prioriteit krijgen (overleven, eigenbelang, emoties,…). Waarden zijn maar relevant om gedrag te bepalen als de betreffende persoon functioneert voorbij de ego-behoeften. Maturiteit is daar een voorwaarde voor (zie elders over ‘maturiteit’). In organisaties die duurzaamheid nastreven wordt een leiderschap dat gericht is op waarden een vierde noodzakelijke dimensie van leiderschap.
Twee zaken worden hier belangrijk: de selectie van waarden en de concretisering in ‘collectief gedrag”. Het tweede element (concretisering) veronderstelt dat de leidinggevende een cultuurdrager wordt, op basis van waarden die vertaald zijn naar principes. Zodra er eensgezindheid is over deze principes (methodiek van participatie), kan de samenwerking tussen leiding en medewerkers, en medewerkers onderling, gericht zijn op het respect voor de relevante waarden die er achter zitten. Dat dit resultaat voor extra betrokkenheid en duurzame samenwerking zorgt, lijkt ondertussen een algemeen aanvaarde idee. Een grote uitdaging stelt zich echte in de selectie van waarden.

‘Chremastiek’ is de kunst om rijk te worden. In een beurs-gedreven economie worden organisaties al snel een middel om financieel belanghebbenden te dienen in hun chrematieke doelstellingen. Maar ook in organisaties die niet beurs-genoteerd zijn, maar geleid worden door mensen die de organisatie enkel of vooral gebruiken voor hun (financiële of psychische) welvaart, stelt zich het probleem. Als bedrijfsleiders in dergelijke organisaties de ‘kernwaarden’ gaan bepalen, dan zal er een ‘chremastieke of ego-selectie’ gemaakt worden. De waarden die hun doelen dienen, zullen in het lijstje voorkomen. En als er toch universele waarden worden gekozen, krijgen ze dikwijls een andere invulling. Vooral wanneer  die waarden vervolgens niet vertaald worden naar concrete principes dan zal de gezochte interne ‘verbondenheid’ niet groeien. Maar bovendien zal in de feitelijke gedragingen en keuzen die gemaakt worden, een verschil worden aangevoeld tussen de manier waarop deze waarden beleefd worden. Bedrijfsleiders die bovendien in hun eigen leven niet waarden-gedreven zijn, maar eerder ego-gedreven, zullen op dit punt hun geloofwaardigheid verliezen, vooral bij die medewerkers die wel waarden-gedreven zijn. Maar  ja, als we de dingen vaag genoeg houden is het gemakkelijk om het eens te worden. Als dat bewust gebeurt, spreken we van manipulatie.

Een voorbeeld: loyaliteit wordt dikwijls hoog in het vaandel gevoerd door leiders. Wat ze bedoelen is dikwijls volgzaamheid (loyaliteit aan de leiding). Echte loyaliteit heeft betrekking op de missie van de organisatie, en dat kan erg lastig zijn als de leiding ego-gedrag vertoont. Wie veel beroep doet op loyaliteit, heeft dikwijls iets te verbergen op niveau van de waarden.
Het ‘kapitalistisch spagaat’ wordt erg duidelijk als het concept ‘aandeelhouderwaarde creëren’ als centrale opdracht van een organisatie wordt gesteld. Zou dat nog steeds de basis vormen voor een opleiding in bedrijfskunde en management?

Goed leiderschap veronderstelt een geïntegreerd geheel van inhoud, relatie, toekomst en waarden, en dat in een constructieve en consistente balans, in elke situatie.


Hugo Der Kinderen
30-10-2018

Geen opmerkingen: