Downloaden
In relaties tussen mensen is het belangrijk om een soort
afstemming te krijgen die samen leven en samen werken toelaat. In de bespreking
van Transactionele Analyse hebben we eerder al aangetoond dat een eisende
opstelling (Ouder-gedrag) de relatie behoorlijk kan vertroebelen, en de
samenwerking onproductief maken. De reden is dat de andere partij het signaal
krijgt dat de “Ouder” de zaak wil overnemen, en dus de betrokkene buiten spel
wil zetten. Overlevingsgedrag is dikwijls het gevolg; uitzonderlijk komt er een
tegenreactie die tot een conflict leidt. Het is dus belangrijk om even stil te
staan bij de redenen waarom mensen die eisende of dwingende positie innemen.
Zoals steeds blijken er twee bronnen te zijn: de emotie of de inhoud.
De eerste mogelijkheid is het mechanisme van de dominantie.
Mensen willen domineren omdat hun eigen behoeften niet ingevuld of
gerespecteerd worden. Dat gevoel leidt tot een soort van persoonlijke bedreiging,
waarvan de gradatie natuurlijk zeer verschillend kan zijn, en dus ook de
intensiteit van druk die erdoor ontstaat. Dominantie wordt aangedreven door
emotie, en daardoor wordt ze door anderen als zeer bedreigend ervaren. Het doet
die andere zeer snel kiezen voor de overleving of voor de tegenaanval. Hoe
sterker de uitgestuurde emotie, hoe groter het effect. En die graad van
emotionaliteit wordt uiteraard bepaald door het probleem dat de persoon in de
“ouder-modus” ervaart. Mensen die een grote nood hebben aan persoonlijke
appreciatie kunnen fel worden als ze deze niet of onvoldoende ervaren. Mensen
met een grote behoefte om te controleren of orde in hun omgeving te scheppen,
hebben hetzelfde risico. In beide gevallen is het een emotie die door de persoonlijkheid
wordt bepaald. Neurotische trekjes bij leidinggevenden zijn een herkenbare
manier waarop deze emotie leidt tot dominant gedrag. Maar het zijn niet de
enige emoties. Het mechanisme is duidelijk: hoe groter de behoefte die niet
ingelost wordt, hoe feller de dominantie. De enige manier om hier tot
zelfcontrole te evolueren, is een sterke maturiteit (zelfkennis,
zelfvertrouwen, zelfrelativering). Zonder die maturiteit is dominantie niet
combineerbaar met bescheidenheid.
De tweede mogelijkheid in het mechanisme van de directe
communicatie. Die ontstaat door het duidelijk en zonder omwegen de dingen
benoemen. De feiten primeren in de communicatie en er wordt weinig
voorzichtigheid aan de dag gelegd om ze in de relatie in te brengen. Ook een
directe communicatie heeft effecten op mensen, ook al is er geen emotie aan de
kant van de boodschapper voelbaar. De emotie ontstaat in het hoofd van de
ontvanger, omdat daar een gevoel van ‘gebrekkige 'coping’ ontstaat. Wat moet ik
hier mee? Wat betekent dat voor mij? De boodschap kan dermate conflicteren met
de eigen behoefte, meestal die aan relationele connectie of bevestiging, dat
hetzelfde effect ontstaan als bij een emotioneel gedreven dominantie. Deze was
veel rechtstreekser op de toehoorder is gericht (willen wegdrukken,
‘over-rulen’, …) en dus een sterkere, meer persoonlijke aanleiding tot een
vecht- of vlucht- reactie. Bij directheid zit de kracht van de reactie in de
emotionele wereld van de ontvanger. Als die het moeilijk heeft om een waarheid
te aanvaarden, dan gaat die in ‘alarm’. De perceptie van de toehoorder kan
zeker zijn dat de boodschapper dominant is, omdat er geen onderscheid gemaakt
wordt tussen de eigen emotie of de emotie van de ander als oorzaak van het
probleem. En toch is directheid combineerbaar met bescheidenheid in hoofde van
de boodschapper. Overgevoeligheid voor emotionele voldoening doet dit
onderscheid vervagen en zelfs verdwijnen.
Zeer ego-centrische mensen met een zwakke maturiteit (2),
maken dat onderscheid het minst; emotie is emotie, en bedreiging is bedreiging.
Hoe meer men de eigen emotionele wereld kent en aanvaardt, een open zicht heeft
op de realiteit, kan men ook het onderscheid beter maken tussen dominantie en
directheid. Het wordt dan voor een boodschapper gemakkelijker om feiten
bespreekbaar te maken zonder dat de toehoorden in emotionele reactie vervalt.
Daarom zal het ook belangrijk zijn bij het geven van confronterende feedback om
dat zonder negatieve emotie te doen. Het begrip ‘appreciative inquiry’ (3) probeert
ons daar attent op de maken. Die aanpak, persoonlijke appreciatie tonen, vooral
non-verbaal, zal des te belangrijker zijn als de toehoorder een meer emotionele
persoonlijkheid heeft en een zwakkere
maturiteit. Zelf voor honden-fluisteraars is het duidelijk: als je een
hond probeert bij te sturen, geen emotie gebruiken. Rustig zijn en in balans
communiceren is de eerste voorwaarde.
Conclusie: feedback geven is een moeilijke job. Het is
vooral de kunst om de emotionaliteit van de toehoorder goed in te schatten en
de gepaste graad van persoonlijke veiligheid in het gesprek in te bouwen om de
aandacht voor de inhoud niet te zien overspoeld worden door een gevoel van
persoonlijke bedreiging. Emoties aan beide kanten lijken opnieuw de grootste
saboteurs van goede constructieve samenwerking te zijn. Dat komt neer op een
sterke dominantie van het reflex-brein, ten koste van het pre-frontaal vermogen
van onze hersenen waar zelfkennis, zelfbeheersing en maturiteit (mogelijks) te
vinden zijn. (4)
Hugo Der Kinderen
13/1/2018
(1) Transactionele Analyse werd door Eric Berne ontwikkeld
(Games People Play, Grove Pres New York, 1964) en werd door mezelf samengevat
in een doelgerichte interpretatie die vooral voor leidinggevenden nuttig is.
Een korte inleiding is te vinden op hugoderkinderen.blogspot.be.
(2) Over maturiteitsontwikkeling heb ik een korte
samenvatting geschreven op hugoderkinderen.blogspot.be.
(3) Zie bvb
in Barret F. J. en Fry R.E., Appreciative Inquiry. A positive approach to
building corporate capacity, Taos Institute, Chagrin Falls, 2005
(4) Daniel Kahneman, Ons feilbaar denken, Contact
Amsterdam/Antwerpen, 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten