Downloaden
Deze vraag
kadert niet alleen in zelfzorg, maar ook in levensplanning. Belangrijke
beslissingen nemen, met ver-stekkende gevolgen, gebeurt best met de nodige
aandacht en inzicht. De bedoeling is dat we er beter van worden, ook op de
lange termijn.
Vooraf: er
is een belangrijk verschil tussen gevoelens (emoties) en intuïtie (buikgevoel).
Gevoelens zijn mentale toestanden waarbij ons denken, observeren en handelen
gedomineerd wordt (of ernstig beïnvloed) door een interne sfeer van hoge
emotie. Een emotie is een toestand waarbij onze hersenen een soort
alarmsituatie ontwikkelen, omdat er iets niet volledig in balans is. Positieve
emoties stimuleren ons voor actie omdat ze een bevestiging zijn van wat we
doen, zien, willen,… Negatieve emoties zijn remmen op onze actie, wellicht
opdat we iets zien, ervaren, doen,…. dat ons verder uit balans brengt of eerder
bedreigend is. Een emotie is iets biologisch. Er worden chemische reacties
geactiveerd in ons lichaam die via de werking van allerlei neurotransmitters en
hormonen een intense ervaring oproepen die nogal overweldigend is. Het is
moeilijk om ze te negeren, en wellicht ook niet wijs. Ze geven aan dat de
realiteit afwijkt (of dreigt af te wijken) van wat “ons systeem” nodig heeft om
de interne balans te herstellen. Die balans heeft te maken met de behoeften van
ons systeem. Maslow heeft hier een interessante benadering gegeven met zijn
behoeften-hiërarchie: fysieke behoeften, veiligheidsbehoeften, samenhorigheidsbehoeften,
differentiatie-behoeften en behoeften aan zelfactualisatie. Het blijft een
grove benadering, maar voor deze redenering lijkt ze voldoende. Ons “systeem”
kan onvoldane behoeften hebben op elk vlak: fysiek, samenhorigheid, acceptatie,
veiligheid, erkenning, …. Een emotie signaleert dat.
Intuïtie is
duidelijk anders. Het is een manier van beoordelen van een situatie waar de
alarmfunctie niet actief is, maar waarbij een beroep gedaan wordt op een massa
(min of meer) relevante informatie rond een onderwerp of situatie. Die massa
zit in ons geheugen en is opgeslagen in een min of meer gestructureerd geheel.
Mensen met een sterk beeldend vermogen, die goed zijn in het herkennen en maken
van patronen, zullen hier met duidelijke beelden werken. Mensen die daar minder
goed in zijn, maar wel veel informatie opgeslagen hebben, zullen daar meer
zoekende zijn en wellicht onzeker, een-dimensioneel of beïnvloedbaar. Niet
zelden zijn mensen met een beperkt beeldend vermogen rechtlijniger en minder
genuanceerd in hun oordeel omdat ze zich tot feiten beperken die op rechte
lijnen gezet worden.
De intuïtie
die op het beeldend vermogen is gebaseerd, vult de lege ruimten op, compenseert
voor het gebrek aan informatie en kennis. Ze laat toe om ook met beperkte
informatie nog te oordelen en te handelen. Het voordeel is dat er veel
genuanceerder kan gedacht worden, maar het risico is dat er soms invullingen
gegeven worden die niet zo realistisch zijn. Als er grote gaten in kennis of
informatie moeten opgevuld worden, durft onze intuïtie ons ook wel eens
bedriegen omdat niet relevante opvullingen gebruikt worden.
Bij het
nemen van beslissingen zou het een voordeel zijn als ratio en intuïtie zouden
gecombineerd worden. Op die manier zou de relevantie van onze intuïtieve
opvullingen kunnen gevalideerd worden, getoetst met onze kennis. Waar twijfel
ontstaat kunnen we dank zei de ratio de risico’s op foute visie en conclusie
inschatten, en bepalen wat we daar mee doen, wat we gaan doen als het toch fout
verloopt, wat we bereid zijn om te riskeren om de voordelen te genieten, hoe
zwaar bepaalde factoren wegen in het kader van onze ambities, doelen, waarden,…
Deze activiteit betekent dat we bewust omgaan met de beide elementen: ratio en
intuïtie, kennis en beelden. Onze pre-frontale cortex speelt op deze manier de
rol van “dirigent” om de muzikanten in ons orkest te combineren in een muziek
(gedrag) waar we voor kiezen, met realisme over zekerheden en onzekerheden,
mogelijkheden en consequenties. Emoties zijn dan nuttig om onze aandacht te
trekken op prioriteiten, misschien ook om de motivatie te activeren
(voorzichtig zijn voor “overdrijving”), maar meer niet. Dan is het aan de
ratio, ondersteund door de intuïtie, om keuzen te maken. Je emoties volgen zal
snel leiden tot een zig-zag in gedragingen en keuzen, korte termijn veiligheid,
maar zelden tot duurzame evolutie, vooruitgang, ontwikkeling, resultaten. De
dominantie van het reflexbrein is dan een fundamenteel probleem.(1)
Als mensen hun
rationeel-intuïtief vermogen gebruiken, hoeven ze ook geen excuses te zoeken
voor hun gedrag en keuzen. Ze hebben minder behoefte om het lot
verantwoordelijk te maken voor wat er gebeurt. Het mysterieuze van het leven
hoeft veel minder verklaard te worden door wollige begrippen en mechanismen. De
goden hoeven niet meer uitgevonden te worden om de verantwoordelijkheid te
dragen voor wat er gebeurt, en de hoop op geluk te wettigen. Zelfbeschikking en
vrijheid vervangen lotsbestemming en occulte krachten.
Hugo Der
Kinderen
Januari 2019
(1) Voor een uitstekende sensibilisering
van de nadelen van het gebruik van het reflexbrein, zie het werk van nobelprijs
winnaar Daniël Kahneman, Ons feilbaar denken, Contact, Amsterdam/Antwerpen,
2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten