Zoeken in deze blog

dinsdag 4 juni 2019

46. Persoonlijke competenties voor een zelfsturend team

Downloaden
Zelfsturende of autonome teams zijn de nieuwste hype in het organisatielandschap. Deze structuur belooft een grotere betrokkenheid en motivatie, gekoppeld aan een beter welbevinden van de medewerkers omdat het zelfregelend vermogen toeneemt. Zeker in vergelijking met onze traditionele hiërarchische organisatie is meer empowerment overduidelijk een stap in de goede richting. Maar te veel naïviteit leidt tot ongelukken. Niet iedereen is in staat om te functioneren met een grote autonomie.

Als we dat even proberen te concretiseren door een lijstje van competenties die mensen zouden moeten hebben om in een team met veel autonomie bij te dragen tot het succes van dat team. We leven immers in het tijdperk van de competenties.

Domeinkennis
Het is essentieel dat men het werk kant, en de nodige kennis heeft om het goed te doen. Louter theoretische kennis is hier onvoldoende; praktijkervaring is nodig.
Context inzicht
Het werk op zich kennen is onvoldoende. De omstandigheden waarin het werk moet gedaan worden spelen altijd een grote rol. De context bepaalt immers welke acties aangewezen zijn, hoe men de dingen moet aanpakken, hoe men betrokken personen erbij betrekt,…
Doelgerichtheid
Een duidelijk inzicht in de doelstelling, en dat mag ambitieus zijn, is noodzakelijk. Maar ook het vermogen om dat doel steeds in de gaten te houden, en zich niet te verliezen in niet-relevante zijdelingse problemen, is essentieel. Het hoeft niet te leiden tot drammerigheid, maar focus is wel nodig.
Emotionele stabiliteit
De grootste verleiding om onproductief te worden is wellicht de emotionele druk die ontstaat in een team. Dat kan door de moeilijkheid van de opdracht zijn, maar ook door de relaties in het team. Als die emotionele druk de aandacht en energie opslorpt, dan is er van productief gedrag geen sprake meer. Alle energie gaat verloren in het gebrek aan emotionele stabiliteit.
Relativeringsvermogen
Niet alle zaken zijn even belangrijk en kunnen tegelijk aangepakt worden. Bovendien zijn de stijlen, de kennis, de overtuigingen, de persoonlijkheden in een team erg verschillend. Teamleden die alles ‘nu’ willen en ‘perfect’, kunnen zich waarschijnlijk niet vinden in deze complexiteit. Hun rigide houding zal de teamfocus ondermijnen.
Leervermogen
Als een team veel autonomie krijgt, dient het ook zichzelf te evalueren. En dit moet niet alleen leiden tot relativeren en sociale steun, maar vooral tot leren uit de fouten en tekortkomingen. Nieuwe inzichten opdoen, en vasthouden voor de toekomst, omzetten in afspraken en er blijven naar verwijzen, zijn dan erg noodzakelijke competenties. Van overtuiging kunne veranderen en andere gewoonten aankweken zijn zichtbare symptomen van deze competentie.
Communicatie
De teamleden moeten productief communiceren om de nodige afstemming te krijgen over doelstellingen, werkwijzen, werkverdeling, … Individuele communicatie is de bouwsteen. En het is dus veel meer dan praten of ventileren. Het is doelgericht afstemmen, moeilijke zaken respectvol communiceren; feedback geven en ontvangen.
Luistervaardigheid
Om samen te werken moet men kunnen luisteren. Als dat niet kan, zal het eigen gelijk belangrijk zijn, en zullen collega’s het al snel opgeven om te proberen afspraken te maken.
Complexiteitsbeheersing
Zodra situaties moeten ingeschat worden en het relatieve belang van bepaalde aspecten moet bepaald worden, is de complexiteit een uitdaging. Mensen die niet met complexiteit overweg kunnen, en de neiging hebben om zaken één-dimensioneel en binair te beoordelen, zullen deze complexiteit geweld aandoen.
Kritische instelling
Een team dat autonomie heeft, zal zelf moeten evalueren, op welk vlak dan ook. Als men steeds hetzelfde blijft herhalen, zal de kwaliteit van de zelfsturing eronder lijden.
Organisatie inzicht
Zichzelf organiseren is wellicht een basisopdracht voor een zelfsturend team. Een minimum aan praktisch inzicht in hoe de taken best georganiseerd worden om iets te doen werken, is essentieel. Wie het daar moeilijk mee heeft, zal snel afhaken.
Kostenbewustzijn
Autonomie betekent al snel dat beslissingen moeten genomen worden met financiële consequenties. Deze moeten uiteraard goed beheerd worden om de beschikbare kaders te respecteren.
Zelfvertrouwen
Wie weinig zelfvertrouwen heeft, mist waarschijnlijk ook het vermogen om zich actief in het teamoverleg te mengen. Volgzaamheid en passiviteit zouden het gevolg kunnen zijn, en dat is geen bijdrage tot zelfsturing.
Bescheidenheid
Al te zelfzekere mensen, die zichzelf en hun ideeën overschatten, zijn een probleem in een zelfsturend team. Om samen tot een goede oplossing te komen zou elk teamlid zich bewust moeten zijn van de eigen beperkingen.
Openheid
Om tot goed overleg en goede zelfevaluatie te komen zal het nodig zijn om zaken bespreekbaar te maken. Alles wat resultaat bepalend is, moet meetellen in afspraken en evaluatie. Een gebrek aan openheid maakt dat een medewerker niet mee kan in dit proces, en daardoor een rem wordt in het teamwerk.
Flexibiliteit
Zelfsturing vereist dat het team zich aanpast aan de mogelijkheden en beperkingen. Te sterk vasthouden aan vaste routines is nefast, vooral op langere termijn.
Samenwerking
Heel veel van de genoemde competenties zijn bepalend voor het vermogen om samen te werken. Het is essentieel dat doelgericht samenwerken sterk genoeg ontwikkeld is bij elk van de teamleden.

De ervaring met reorganisaties in de richting van zelfsturing (zachte kanteling) leert dat mislukkingen vaak het gevolg zijn van slechte aanpak en organisatie door de leiding van de organisatie. Maar de eerlijkheid gebied ons om de oorzaak ook soms te leggen bij het onvermogen van de teamleden om de geboden ruimte effectief te gebruiken. Het getuigt van een te naïef mensbeeld om niet te zien dat de vereiste competenties soms niet in voldoende mate aanwezig zijn.

Overigens verdenk ik sommige leidinggevenden ervan om vooral de verantwoordelijkheid over het leiderschap kwijt te willen. Als men voelt dat men in deze rol tekortschiet, is het soms verleidelijk om te geloven in de mogelijkheden van zelfsturing. Als het dan mislukt, heeft men tenminste een zichtbaar bewijs geleverd dat men mee was in de moderne trend, en dat de fout dus duidelijk bij het team ligt. Voor alle duidelijkheid: bij 'empowerment' is het inschatten van het vermogen van de medewerker om de geboden bevoegdheden te kunnen dragen, een verantwoordelijkheid van de leiding! Zelfoverschatting van medewerkers is een slecht excuus om dat niet of slecht te doen.

Om een goede inschatting te maken zou elk teamlid op deze competenties moeten ingeschaald worden. Grofweg lijkt een score van 7 op 10 als gemiddelde aangewezen, zonder scores onder de 5. Uiteraard is deze norm afhankelijk van de graad van autonomie. Autonomie van teams is geen binaire keuze, alles of niets. Het gaat over een precieze afspraak van verantwoordelijkheden en bevoegdheden die in het team liggen.

Hugo Der Kinderen

Geen opmerkingen: